Als ondernemer loopt u ondernemersrisico. Dit ondernemersrisico kan aansprakelijkheid met zich meebrengen doordat u handelingen verricht voor en namens de onderneming. Het is hierbij van belang dat u zorgt dat de balans van uw onderneming geoptimaliseerd is.
Indien uw bedrijf in de toekomst in de betalingsproblemen komt, wilt u zoveel mogelijk vermogen ondergebracht hebben in privé danwel in een (holding) B.V. waar de aansprakelijkheidsrisico’s het kleinste zijn. Gelet op dit feit is het aan te raden om periodiek (in ieder geval jaarlijks) bedrijfsbalansen te optimaliseren. Zorg ervoor dat (werk) B.V.’s geen vordering op u en/of uw partner hebben. Hetzelfde geldt voor vorderingen tussen een werkvennootschap en een (tussen)holdingvennootschap. Deze leningen dienen voor zover als mogelijk afgelost te worden danwel anderszins gestructureerd te worden. Indien een werkvennootschap (in de toekomst) failliet gaat en er staan vorderingen op de balans van de (tussen) holdingvennootschap en/of bij u in privé dan zal een curator deze vorderingen gaan innen, hetgeen betekent dat u persoonlijk en/of uw holdingvennootschap gelden moet gaan storten in de failliete B.V.
Een andere manier om uw balans nader te optimaliseren is ervoor te zorgen dat overtollige liquiditeiten in de vorm van een dividend worden uitgekeerd vanuit de werkvennootschap aan de (tussen)holdingvennootschap. Op deze manier worden de overtollige liquiditeiten uit de risicosfeer gehaald. Voor het uitkeren van een dividend uit de werkvennootschap aan de (tussen)holdingvennootschap of vanuit de holdingvennootschap aan de directeur-grootaandeelhouder dienen notulen te worden opgesteld, alsmede een uitkeringstest. Ten aanzien van de dividenduitkering aan de directeur-grootaandeelhouder geldt dat er tevens een aangifte dividendbelasting dient te worden ingediend bij de Belastingdienst.
Graag adviseren wij u over de mogelijkheden van balansoptimalisatie. Neem gerust contact met ons op!